zondag 18 april 2010

Antje

Ik ben weer terug in Antwerpen.

Ik voelde me kut. Ik was eenzaam. Wist niet wat te doen en ging mijn fiets ophalen van het station. Ik was onrustig, iets drukte op mijn borst. Ik moest iets doen. Een wandeling om mijn fiets te halen leek me hier geschikt voor.
Struinend door nachtelijk Antwerpen voelde ik me al wat beter. Ik ben slecht in alleen zijn. Maar als je door een stad loopt en je ziet dingen, bent onder de mensen, is het allemaal zo erg nog niet. Op weg naar het station liep ik langs de UGC bioscoop. Om te kijken welke films er draaiden omdat ik afgesproken had vandeweek met een vriendin erheen te gaan. Ik kwam er om 22:24 en zag dat 'Nowhere Boy', een film over John Lennons jeugd, om 22:15 begonnen was. Waarom niet? dacht ik. Ik kocht een kaartje.
Nowhere Boy is een goede film, maar geen film over John Lennons jeugd. Het gaat te ver om te zeggen 'gebaseerd op' maar zoals zo vaak gebeurt bij 'Biopics' werd alles nogal wat uitvergroot. Bovendien verdient de filmmaker voor het casten van de jongen die Paul McCartney speelt een Oscar voor slechtste casting ooit.
Toch was de film was eigenlijk precies wat ik nodig had. De eenzaamheid vergeten. Na de film ging ik verder op pad voor mijn fiets. De katharsis die ik bijzonder vaak meemaak na een film te hebben aanschouwd in de bioscoop had me nog flink onder de duim. Ik zweefde, verzonk in gedachten.
Een Marrokaan liep me voorbij en keek me vuil aan. Ik denk omdat ik skinny jeans aanhad, want dat was opzich wel duidelijk omdat hij een gezicht trok alsof hij poep rook en naar mijn broek keek. Hij nam de telefoon op en zei 'Hallo', ik zag dat niet en zei vrolijk ' Heuj' terug.
Mijn fiets stond er nog, in de bewaakte fietsenstalling onder het station. Ik pakte mijn fiets en schrok. Want twee meter van de mij af zaten een man en een vrouw verstopt achter een hoop fietsen. Ik zag ze iets roken met aluminium folie. De vrouw keek naar me op. Uitgemergeld gezicht. Alles aan haar zei: Drugs. Ze zei: 'Sorry'.
'Oh maakt niet uit hoor.' zei ik.
'Heb je sigaretten?'
'Nee. Ik rook niet.'
'Oh.. Sorry.'
'Maakt niet uit hoor'.

Ik fietste terug en kwam langs een stripclub. Ik stopte even. Ik ben er nog nooit in een geweest. Ik wilde graag. Het leek me interessant zo'n tent eens van binnen te zien. De mensen die er komen. De vrouwen die er dansen. Alleen.. ik durfde niet. Niet in mijn eentje.

Ik zat op de fiets. Dacht aan mijn problemen. De eenzaamheid raakte beneveld. Ik voelde me goed.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten